Passend toewijzen sociale huurwoning
22-12-2015
Passend toewijzen is niet alleen het toewijzen van woningen, het is ook inzicht in bezit, inzicht in uw woningzoekende, inzicht in uw huurbeleid, inzicht in welke aanpassingen in uw beleid nodig zijn om passend te kunnen toewijzen en inzicht in de financiële gevolgen van uw keuzes.
Naast de inkomenstoets bij verhuur moeten corporaties vanaf 1 januari 2016 ook voldoen aan de passendheidsnorm. Deze norm bepaalt dat bij een nieuwe toewijzing 95% van alle huurders, met recht op huurtoeslag, een woning onder de aftoppingsgrens moet krijgen. Deze regeling is ingesteld om uitgaven aan huurtoeslag te beperken en om betaalbaarheidsproblemen bij lagere inkomensgroepen te verminderen.
Met de passendheidsnorm worden corporaties verplicht om deze groep een betaalbare woning toe te wijzen. Passend toewijzen is niet nieuw, in het verleden was de verplichting er ook, maar deze is in 2008 afgeschaft. In de nieuwe regeling is ook opgenomen dat de slaagkans van woningzoekenden met huurtoeslag niet mag afnemen.
Haalt een woningcorporatie de norm niet, dan krijgt ze mogelijk een sanctie, bijvoorbeeld een bestuurlijke boete van de toezichthouder.
Inkomensgrenzen en huursommen bij passend toewijzen (prijspeil 2015)
Aanpak en consequenties van passend toewijzen
In de praktijk betekent de invoering van de passend toewijzen dat bij toewijzing eerst moet worden gekeken of de woningzoekende recht heeft op huurtoeslag. Wanneer dat het geval is, mag de aanvangshuur niet boven de aftoppingsgrens liggen. Overigens moet ook in andere gevallen de passendheidstoets worden uitgevoerd om voor de verantwoording te kunnen aantonen dat het inkomen waarop is toegewezen boven de huurtoeslaggrens ligt.
Een gevolg van de invoering van de passendheidstoets kan zijn dat de huurprijzen die worden gehanteerd niet (langer) aansluiten op de vraag. Ook kan het zijn dat het contingent vrijkomende woningen, die op basis van het WWS een huurprijs kunnen hebben van tussen de € 628,76 en € 710,68, zodanig groot is dat er onvoldoende huurders voor zijn. Leegstand kan dan een gevolg zijn. Om toch te kunnen blijven verhuren aan de doelgroep, zal de huur dan verlaagd moeten worden. Het kan ook zo zijn dat er wel voldoende vraag is naar deze woningen, maar dat een mogelijk gevolg is dat de slaagkans van de doelgroepen in het geding komt. Ook dan zal ‘boven’ de 80/10/10 regeling de huurprijs naar beneden moeten worden aangepast.
Sturingsmogelijkheden
• Strikter toewijzen, een inkomenstabel hanteren waarbij afhankelijk van inkomen gereageerd mag worden op een vrijgekomen woning. Wat dit doet voor de slaagkans en wachttijd van de woningzoekende is niet bekend.
• Tweehurenbeleid, de woning aanbieden met 2 huren, een lagere voor de huurtoeslag gerechtigde en een hogere voor de andere. Afhankelijk van het inkomen wordt de huurprijs bepaald.
• Afstemmen van de voorraad op de doelgroepen en de vraag.
• Aanpassen van de huurprijzen van je bezit, afhankelijk van de samenstelling van de woningzoekende, de huurprijzen van je bezit bepalen zodat je voor elke doelgroep voldoende aanbod hebt.